Data delen met open IT-standaarden Informatie en advies Beheer en ontwikkeling

Electronische Begeleidingsbrief Afval wint langzaamaan terrein

De Elektronische Begeleidingsbrief Afval (EBA) kan op veel enthousiasme rekenen bij de gebruikers, die stuk voor stuk pleiten voor een bredere toepassing van de ICT-standaard. “De EBA gaat pas echt zijn waarde tonen als deze door tal van schakels in de afvalketen wordt toegepast.”

Met elkaar de keten sluiten

In Nederland kennen we voor het vervoer van afval de verplichte begeleidingsbrief, waarop de kenmerken van de afvalstof(fen), de herkomst en de bestemming worden opgenomen. Deze brief is wettelijk nog van papier, maar steeds meer bedrijven krijgen ontheffing om de begeleidingsbrief digitaal te gebruiken, op de boordcomputer of smartphone. Feitelijk gaat het dan alleen om de verschijningsvorm van de begeleidingsbrief. Daarnaast vindt er vaak nog ouderwets een gegevensuitwisseling plaats tussen schakels in de keten, van de ontdoener van afval via inzamelaars en transporteurs naar (eind)verwerkers en omgekeerd. Dat kost veel tijd, met kans op fouten, en daarmee hogere kosten.

Om die reden is in 2014 op initiatief van TLN de Elektronische Begeleidingsbrief Afval (EBA) ontwikkeld. In feite is dit een ICTstandaard, waarmee gegevens op uniforme en eenduidige wijze zijn uit te wisselen, met bijna letterlijk één druk op de knop. De EBA maakt steeds vaker vast onderdeel uit van de standaard softwarepakketten die ICT-leveranciers bieden. Onlangs is de EBA verder verbeterd en nu kijken gebruikers en softwareleveranciers van de EBA, onder leiding van de Stichting Uniforme Transport Code (SUTC), gezamenlijk naar verdere standaardisering in de afvalsector. Een wens die ook steeds sterker wordt uitgesproken door de markt.

Traject van lange adem

Omrin zamelt afval in voor ruim 180.000 huishoudens in zestien Friese gemeenten, drie Groningse en ruim 9.000 bedrijven. De verwerking doen ze voor circa 1,2 miljoen mensen en een groot aantal bedrijven. Sinds het prille begin is Omrin betrokken bij de EBA, vertelt Sjoerd Veenstra. “Wij zien het als noodzakelijk dat partijen in de afvalketen op gestructureerde wijze informatie delen.

En gelukkig zijn wij niet de enige. Steeds meer partijen uit de branche willen de keten sluiten. Immers, de EBA gaat pas echt zijn waarde tonen als deze door tal van schakels in de afvalketen wordt toegepast.” Het heeft best wel even geduurd om de EBA technisch en inhoudelijk te vervolmaken, stelt Veenstra. 

En ook de implementatie is een traject van lange adam, zo blijkt. “De grote spelers zijn inmiddels veelal aangehaakt, maar dat geldt nog niet voor de kleine verwerkers van afval.” Veenstra denkt wel te snappen waarom: “Hun papieren stroom is niet zo omvangrijk in vergelijking met die van grote spelers, die vaak honderdduizenden documenten per jaar verwerken. De noodzaak om dan over te gaan, wordt daardoor minder gevoeld.”

Prima basis

Eenzelfde geluid is te horen bij Dataroute. Volgens Daniël Kamphuis, werkzaam voor de specialist in digitale begeleidingsbrieven en vrachtdocumenten, is het een kwestie van zien doet geloven.

“Soms zou ik wat meer pragmatisme in de branche willen zien. Nu overheerst nog te vaak de koudwatervrees, terwijl het voordeel van de EBA evident is. Werken met de EBA scheelt je tijd en kosten, en dat geldt voor iedere schakel in de afvalketen.” Kamphuis is uiterst tevreden over hoe de EBA functioneert. Hij vindt het positief dat er op dit moment aan de EBA 2.0 wordt gewerkt, met verdere verbeteringen, maar volgens hem biedt de huidige EBA ‘een prima basis’ voor elke schakel in de afvalbranche. “Zelf zijn we nog een jong en relatief klein bedrijf, en toch ondervinden we het voordeel van de EBA dagelijks aan den lijve. Niet gebruik maken van de EBA is dan ook echt een gemiste kans. Het is namelijk bij uitstek het instrument om ketensamenwerking en  ketentransparantie te realiseren. Ik hoop dan ook echt dat de EBA snel meer draagvlak gaat krijgen.”

Mooie volgende stap

In Nederland zamelt SUEZ* het afval in van 530.000 huishoudens en 80.000 bedrijven en instellingen. In nauwe samenwerking met klanten en partners maakt SUEZ van dit afval grondstoffen voor nieuwe producten. “In eerste instantie had SUEZ wat gemengde gevoelens over de invoering van de EBA”, zo vertelt Edwin Dijs van SUEZ. “Aan onze kant hadden we al stappen gezet in digitalisering. En deze vernieuwing vroeg hierin een aanpassing. Maar omdat we de voordelen zagen van de EBA en klanten ons ook steeds vaker vroegen om informatie digitaal door te zetten, zijn we toch meegegaan in dit project.” Er werd gekozen voor een peer-to-peer-oplossing. Wat Dijs een nog betere keuze had gevonden, was een platformstructuur. Hij legt uit: “Niet elke schakel in onze afvalketens werkt met dezelfde interface. Wat maakt dat we koppelingen vaak separaat moeten inregelen. Terwijl één platform met één standaard dat juist overbodig zou maken.”

Niettemin is ook Dijs enthousiast over het voordeel dat de EBA oplevert. “Met de schaalgrootte waarop wij opereren, realiseer je dankzij de EBA serieuze efficiëntie in je processen.” Ook Dijs hoopt dat veel bedrijven in de afvalbranche de EBA gaan omarmen. Wat dat aangaat, kijkt hij verwachtingsvol naar het Open Trip Model (OTM). “Het OTM fungeert als een woordenboek voor het delen van logistieke data. Dat maakt dat separate interfaces niet langer nodig zijn en er eenvoudig en eenduidig is te communiceren tussen schakels in de keten. Het zou daarmee een mooie volgende stap zijn in de verdere digitalisering van de afvalbranche.”

*SUEZ is sinds 2021 onderdeel van het internationale afvalverwerkingsbedrijf PreZero

8 juli 2020
Deel deze post
Archiveren
ICT-leveranciers delen hun ervaringen met OTM 5.0: transparantie, datakwaliteit, eenvoudig koppelen van systemen